Elke woning is uniek. Uw woning valt misschien niet binnen een van de standaard woningtypes. Om u toch goed inzicht te geven in de mogelijkheden, hebben we de woningen ingedeeld op basis van bouwjaar.

Op deze pagina bespreken we alles wat we weten over woningen van voor 1920: hoe ze eruitzien, hoe ze oorspronkelijk zijn geïsoleerd, en welke maatregelen nodig zijn om ze met lage temperatuur te verwarmen. Hier vindt u essentiële informatie om een isolatieplan voor uw woning op te stellen. Wilt u meteen weten welke isolatiemaatregelen of energiebesparende opties geschikt zijn voor elk bouwdeel? Scroll dan naar de onderkant van de pagina.

Beschrijving; woningen gebouwd vóór 1920 

De algmene woningtype 'gebouwd voor 1920' is een vrij uitgebreide groep woningen. In de gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn er nog veel woningen van vóór 1920 te vinden. Deze woningen zijn terug te vinden in de historische dorpskernen, landgoederen en buitenplaatsen die vaak al eeuwenoud zijn. Het compleet energieneutraal maken van woningen voor 1920 is een complexe opgave. De complexiteit van deze opgave zal ook erg verschillend zijn per woning. 

Veel woningen vóór 1920 in de gemeente Utrechtse Heuvelrug hebben een monumentenstatus vanwege hun historische waarde. De gemeente zet zich actief in om het cultureel erfgoed te beschermen. Eigenaren van monumentale panden kunnen vaak gebruikmaken van subsidies voor onderhoud en renovatie. Voor meer informatie hierover kijk op: Heuvelrug monumenten 

 

Belangrijkste kenmerken van een woning gebouwd vóór 1920:

Woningen van vóór 1920 in Nederland zijn veelzijdig en laten historische bouwstijlen zien. Vanaf 1850 waren neostijlen zoals neogotiek en neorenaissance populair, met gotische bogen en symmetrische gevels. Later, rond 1890-1910, kwam de sierlijke Jugendstil op, herkenbaar aan glas-in-lood en vloeiende lijnen, vooral in rijkere stadswoningen.

Deze huizen waren compact, met een woonkamer, kleine keuken, en aparte slaapkamers. Badkamers waren zeldzaam, vaak was er alleen een buitentoilet en soms een wastafel. Verwarming gebeurde per kamer met hout- of kolenkachels.

Baksteen en hout waren de belangrijkste materialen, isolatie ontbrak, waardoor huizen koud en tochtig waren. Kenmerkende gevels zoals trap- of klokgevels en daken met dakpannen of leien zorgen voor de unieke uitstraling.

Meer lezen over woningen uit deze bouwperiode? Kijk op de site van NPLW voor een voorbeeldwoning en mogelijke maatregelpakketten om van het aardgas af te gaan.

Wat weten we al?

Energielabels

Woningen die gebouwd zijn voor 1920 hebben het energielabel G. Dit komt omdat er tijdens de bouw geen rekening is gehouden met energie efficiëntie. Huizen werden destijds ongeïsoleerd gebouwd met enkelglas. Dit komt neer op een berekend gebruik van fossiele energie van gemiddeld 380 kWh/m2/jaar. ​

Doordat het energielabel een optelsom is van verschillende factoren die niet allemaal gerelateerd zijn aan de verwarming of isolatie van uw woning, kunnen we niet exact zeggen welk label uw woning moet hebben om van het aardgas af te kunnen. Aardgasvrij-ready wordt dit genoemd. Om uw woning op een lage temperatuur te verwarmen door middel van een individuele warmtepomp is een energielabel tussen de A+ en B nodig. Woningen gebouwd voor 1920 zijn niet klaar voor deze stap. Een uitgebreid stappenplan om uw huis aardgasvrij-ready te krijgen is vereist. Ook kan het zo zijn dat voor deze woningen de kosten zo hoog oplopen dat er moet gekeken worden naar een alternatief. 

Een betere graadmeter voor het wel of niet aardgasvrij-ready zijn van uw woning is de warmtebehoefte. Hoe minder warmte weglekt uit uw woning, hoe minder energie u nodig heeft om uw woning op te warmen. Er lekt altijd warmte weg via de vloer, gevel, dak, ramen/deuren en luchtroosters. De hoeveelheid energie die ervoor nodig is om de temperatuur van de woning gelijk te houden ondanks dit verlies noemen we de warmtebehoefte van de woning. 

Heeft u een energielabel (van na 1 januari 2021)? Op het rapport van uw energielabel staat vermeld wat de warmtebehoefte van uw woning is in de huidige situatie en welke waarde de woning zou moeten halen om aardgasvrij-ready te zijn. Met behulp van deze waarden en een rekentool, kunt u zelf uitrekenen hoeveel isolatiemaatregelen bijdragen aan de warmtebehoefte en wat deze maatregelen ongeveer kosten. U leest hier meer over op de pagina 'Haal meer uit uw energielabel'. 

Naar de pagina 'Haal meer uit uw energielabel'

Welke Maatregelen kunt u nu nemen?

Helaas kunnen we niet exact zeggen wat u moet (laten) doen om van het aardgas af te gaan. We proberen u hieronder wel op weg te helpen.

Welke maatregelen nodig of verstandig zijn om te nemen, hangt af van de volgende factoren:

• Uw wensen en gedrag: Is het ’s winters overdag comfortabel genoeg met 18 °C, of heeft u liever 22 °C in de woning? Verwarmt u graag alle ruimtes, of alleen de ruimtes die u op dat moment gebruikt?
• Het type woning: hoe is de woning geïsoleerd bij de bouw? En zijn er bouwkundige eigenschappen die sommige isolatiemaatregelen tegenhouden of juist vereenvoudigen?
• Genomen maatregelen: heeft uzelf of een vorige eigenaar al isolatiemaatregelen getroffen?

Het is mogelijk om de woning in één keer helemaal te verduurzamen, maar u kunt dit ook stap voor stap doen. U begint dan bij het dichten van kieren en naden. Daarna isoleert u de schil en zorgt u voor voldoende ventilatie. Als uw woning voldoende geïsoleerd is kunt u uw installaties aanpassen. U stapt dan bijvoorbeeld over op een (hybride) warmtepomp.

Klik hieronder op een maatregel voor meer informatie.

Samenvatting

Op basis van het uitgangspunt voor uw woningen en bovenstaande informatie kunt u bepalen welke maatregelen in uw woning nog nodig of wenselijk zijn. Ook krijgt u een globaal idee van de kosten voor het isoleren en ventileren van uw woning.